Ken je die Baai ? (De Deining, vers 3:)

Ken je die Baai ?

Woorden die deinen als golven die warm zijn
en laaien als de branding
naar het volgende tij
en in onze baai
tot bedaren komen, sereno
in sprekende stilte.

Ken je die Baai
waar de wind is gaan liggen,
het gebrul van de branding is uitgewoed ?

Ken jij die Baai ?
waar hij of zij je vredig stemt
je eenzame onrust temt,
de tederhelft wederhelft
in jou boven drijft

Ken je die Baai
waar de Deining je heenvoert
golven je wassen,
de glim van de zon in je lijf ?

Weet je wat aaien is ?
die zachte beweging
likkende golven van zee aan het strand.
De lichte weerstand van ons verschil m/v de wrijving die pas glans geeft
geen illusie maar fusie
aan de winnende hand.

Ken je die Baai
waar de wind is gaan liggen ?
de brullende branding is uitgewoed
en het luwe geluid, sprekenderwijs
een bedding is voor je
hart en je hoofd ?
Heeft iemand je
zoiets
beloofd
?

fredhoekstr@ferrydutch.benik.nl
op mijn verjaardag 11 april 2007.